woensdag 17 november 2010

Reactie op de aangepaste subsidie-regeling voor zonnepanelen

Persmededelingen over zonnepanelen krijgen veel aandacht. Energievoorziening gaat ons allen aan en dan is aandacht ook gepast. De overheid weet waar ze naartoe wil : ze kent haar objectieven, weet welk evenwicht ze wil bereiken, maar de manier waarop ze deze tracht te implementeren verdient ook meer aandacht van haar kant. In de eerste plaats door voldoende kennis op te doen. En dat kan niet zonder de sector.

Elke subsidieverlaging is reden tot feest. De daling van de investeringskost is in het verleden snel gegaan. Met elke investeringskost hoort een bijpassende subsidie. De subsidie van gisteren is daarom niet de beste voor morgen. Belangrijk dus om ‘vinger aan de pols’ te houden. Vlaanderen wil nu een inhaalbeweging maken om sterkere prijsdalingen dan voorzien aan te passen in het subsidiebeleid. Net hetzelfde heeft zich voorgedaan in Duitsland en Frankrijk. Hier is geen vuiltje aan de lucht. Maar het verleden is geen maatstaf voor de toekomst.

De overheid maakt een inschatting over het verloop van toekomstige prijsniveaus van zonnepanelen. Het gevaar ligt erin dat de subsidies in de toekomst te laag zullen zijn. Dan zullen de investeringen vertrekken vanuit Vlaanderen naar andere delen van de wereld. In de ‘vorige’ regeling waren er evaluatiemomenten om de huidige situatie goed in te schatten en te vertalen naar een nieuwe subsidie. Als men een goed overleg-orgaan opbouwt, dan kan men de aanpassingen gepast doorvoeren. Bepaalde van de ons omringende landen baseren hun reductie op het behaalde niveau van geïnstalleerde systemen in het voorbije jaar. Een andere methodiek. Welke de beste methodiek is, dient de overheid zorgvuldig te bepalen.

Wat heeft de overheid nu bepaald ? We weten wat het peil van de subsidie van vandaag moet zijn – gebaseerd op de prijzen van vandaag. We kunnen daar geleidelijk naartoe en dat is steeds te verkiezen boven drastische aanpassingen. Een verandering om het kwartaal vermijdt de ‘jaar-einde’ wedloop waar onze sector nu reeds twee jaar mee te kampen heeft. Maar eens dat peil bereikt, heerst er grote onzekerheid. En dan moet je voorzichtig zijn. De extreme prijsdalingen van zonnepanelen uit het verleden kunnen zich op die snelheid niet doorzetten in de toekomst. Het fruit dat laag in de boom hing, is reeds geplukt. Nu zullen prijsdalingen enkel nog kunnen samenhangen met technologie verbeteringen. 5% tot 10% prijsdaling per jaar wordt algemeen aanvaard en nagestreefd.

Voor het eerst maakt de overheid een onderscheid tussen ‘grote’ en ‘kleine’ systemen met een goede grens tussen beide types. We zien een dergelijk onderscheid ook in andere landen. Maar in die andere landen is er een verantwoord subsidie-verschil tussen beide types. Grote systemen kunnen immers vanuit een productieperspectief efficiënter aangeboden worden. Wat de overheid hier doet, is het niveau van grote systemen te laag maken om voor eenieder werkbaar te zijn. Men wringt deze systemen de nek om. En dat is nooit een goede strategie. De ‘winsten’ van dergelijke systemen als niet aanvaardbaar voor de maatschappij beschouwen, is niet correct. Zonder subsidies voor kernenergie – tot op de dag van vandaag – zou men de maatschappij niet van energie kunnen voorzien. De grote systemen staan doorgaans op grote daken daar waar er grote nood is aan energie. Deze systemen zijn even zinvol als de kleinere systemen. In bepaalde landen zijn ze reeds een essentieel onderdeel geworden van de energievoorziening.

De gemeenschap dient zonnepanelen positief te bekijken : zonnepanelen zijn succesvol. Ze waren beloftevol, en hebben tot op de dag van vandaag hun beloften gehouden. Erger zou zijn om een sector te subsidiëren waar er geen positieve evolutie is. Dat zijn pas fondsen die niet nuttig gebruikt zijn. Dat de gemeenschap betaalt voor een toekomst met energie-voorziening, ecologisch op de koop toe, daar is niets verkeerd mee. Als we in de hele wereld zo verdergaan, dan hebben we over een aantal jaar geen subsidies meer nodig.

De gemeenschap kijkt al te vaak naast het risico dat gelopen zou worden mochten er geen zonnepanelen bijkomen. Dan wordt energie schaarser. En schaarsere energie betekent hogere prijzen. Toegegeven : dit effekt is net wat moeilijker te berekenen. Maar het kan wel – en de cijfers die ik gezien heb, tonen aan dit effect de subsidies compenseert. En dat voordeel zal ook de gemeenschap ten goede komen. Over CO2 uitstoot en tewerkstelling heb ik het dan nog niet gehad. En ook niet over het feit dat deze berichten, net zoals vele andere ervoor, in ‘vakantieweekends’ gedropt worden door de overheid. De overheid dient haar adviseurs zorgvuldig te kiezen. Ook daar dient een evenwicht te zijn : de producenten van de huidige fossiele energie zijn hier de ‘duivel’ waar al te vaak gebiecht wordt. De sector van de hernieuwbare energie zelf mag, en moet, ook gehoord worden.

17 november 2010
Bron: ir. Yves Devis - Ikaros Solar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten