Persmededelingen over zonnepanelen krijgen veel aandacht. Energievoorziening gaat ons allen aan en dan is aandacht ook gepast. De overheid weet waar ze naartoe wil : ze kent haar objectieven, weet welk evenwicht ze wil bereiken, maar de manier waarop ze deze tracht te implementeren verdient ook meer aandacht van haar kant. In de eerste plaats door voldoende kennis op te doen. En dat kan niet zonder de sector.
Elke subsidieverlaging is reden tot feest. De daling van de investeringskost is in het verleden snel gegaan. Met elke investeringskost hoort een bijpassende subsidie. De subsidie van gisteren is daarom niet de beste voor morgen. Belangrijk dus om ‘vinger aan de pols’ te houden. Vlaanderen wil nu een inhaalbeweging maken om sterkere prijsdalingen dan voorzien aan te passen in het subsidiebeleid. Net hetzelfde heeft zich voorgedaan in Duitsland en Frankrijk. Hier is geen vuiltje aan de lucht. Maar het verleden is geen maatstaf voor de toekomst.
De overheid maakt een inschatting over het verloop van toekomstige prijsniveaus van zonnepanelen. Het gevaar ligt erin dat de subsidies in de toekomst te laag zullen zijn. Dan zullen de investeringen vertrekken vanuit Vlaanderen naar andere delen van de wereld. In de ‘vorige’ regeling waren er evaluatiemomenten om de huidige situatie goed in te schatten en te vertalen naar een nieuwe subsidie. Als men een goed overleg-orgaan opbouwt, dan kan men de aanpassingen gepast doorvoeren. Bepaalde van de ons omringende landen baseren hun reductie op het behaalde niveau van geïnstalleerde systemen in het voorbije jaar. Een andere methodiek. Welke de beste methodiek is, dient de overheid zorgvuldig te bepalen.
Wat heeft de overheid nu bepaald ? We weten wat het peil van de subsidie van vandaag moet zijn – gebaseerd op de prijzen van vandaag. We kunnen daar geleidelijk naartoe en dat is steeds te verkiezen boven drastische aanpassingen. Een verandering om het kwartaal vermijdt de ‘jaar-einde’ wedloop waar onze sector nu reeds twee jaar mee te kampen heeft. Maar eens dat peil bereikt, heerst er grote onzekerheid. En dan moet je voorzichtig zijn. De extreme prijsdalingen van zonnepanelen uit het verleden kunnen zich op die snelheid niet doorzetten in de toekomst. Het fruit dat laag in de boom hing, is reeds geplukt. Nu zullen prijsdalingen enkel nog kunnen samenhangen met technologie verbeteringen. 5% tot 10% prijsdaling per jaar wordt algemeen aanvaard en nagestreefd.
Voor het eerst maakt de overheid een onderscheid tussen ‘grote’ en ‘kleine’ systemen met een goede grens tussen beide types. We zien een dergelijk onderscheid ook in andere landen. Maar in die andere landen is er een verantwoord subsidie-verschil tussen beide types. Grote systemen kunnen immers vanuit een productieperspectief efficiënter aangeboden worden. Wat de overheid hier doet, is het niveau van grote systemen te laag maken om voor eenieder werkbaar te zijn. Men wringt deze systemen de nek om. En dat is nooit een goede strategie. De ‘winsten’ van dergelijke systemen als niet aanvaardbaar voor de maatschappij beschouwen, is niet correct. Zonder subsidies voor kernenergie – tot op de dag van vandaag – zou men de maatschappij niet van energie kunnen voorzien. De grote systemen staan doorgaans op grote daken daar waar er grote nood is aan energie. Deze systemen zijn even zinvol als de kleinere systemen. In bepaalde landen zijn ze reeds een essentieel onderdeel geworden van de energievoorziening.
De gemeenschap dient zonnepanelen positief te bekijken : zonnepanelen zijn succesvol. Ze waren beloftevol, en hebben tot op de dag van vandaag hun beloften gehouden. Erger zou zijn om een sector te subsidiëren waar er geen positieve evolutie is. Dat zijn pas fondsen die niet nuttig gebruikt zijn. Dat de gemeenschap betaalt voor een toekomst met energie-voorziening, ecologisch op de koop toe, daar is niets verkeerd mee. Als we in de hele wereld zo verdergaan, dan hebben we over een aantal jaar geen subsidies meer nodig.
De gemeenschap kijkt al te vaak naast het risico dat gelopen zou worden mochten er geen zonnepanelen bijkomen. Dan wordt energie schaarser. En schaarsere energie betekent hogere prijzen. Toegegeven : dit effekt is net wat moeilijker te berekenen. Maar het kan wel – en de cijfers die ik gezien heb, tonen aan dit effect de subsidies compenseert. En dat voordeel zal ook de gemeenschap ten goede komen. Over CO2 uitstoot en tewerkstelling heb ik het dan nog niet gehad. En ook niet over het feit dat deze berichten, net zoals vele andere ervoor, in ‘vakantieweekends’ gedropt worden door de overheid. De overheid dient haar adviseurs zorgvuldig te kiezen. Ook daar dient een evenwicht te zijn : de producenten van de huidige fossiele energie zijn hier de ‘duivel’ waar al te vaak gebiecht wordt. De sector van de hernieuwbare energie zelf mag, en moet, ook gehoord worden.
17 november 2010
Bron: ir. Yves Devis - Ikaros Solar
woensdag 17 november 2010
Zonne-energie camper
Nog maar een een paar maanden en dan begint de lente weer, en daarmee het kampeerseizoen. Of: weg huis! hier is de zelfvoorzienende woonauto.
De zonnepanelen zijn uitgerust met een sun-tracker, ze volgen gedurende de dag de zon om zoveel mogelijk energie te kunnen winnen. De zonnepanelen leveren voldoende stroom voor alle elektrische apparaten aan boord, inclusief verwarming en verlichting (LED). Een goede hybride motor maakt het voertuig zuinig en maakt het mogelijk op groene energie te rijden.
Op het dashboard zijn alle energie-voorraden continu uit te lezen. Internet- en sateliet-verbindingen aanwezig.
Alternatieve Energie
Al decennia, zo niet eeuwen lang maken we gebruik van fossiele brandstoffen om ons leven gemakkelijker te maken. We koken op aardgas, de auto loopt op benzine of diesel, en een houtkacheltje stoken is al lang verleden tijd. In de groene periode waarin we nu leven, worden alternatieve energiebronnen steeds belangrijker. We hebben immers niet zo lang meer: sommige wetenschappers denken dat de olie- en gasvoorraden binnen 20 jaar op zijn. Anderen zien de toekomst iets optimistische er schatten dat we nog een aantal jaren langer hebben. Feit is dat er op den duur wel iets zal moeten veranderen. De energiebehoefte zal dat niet doen, deze zal juist alleen maar toenemen. Tijd om kritisch te kijken naar de manier waarop we energie ‘winnen’.
Zoals gezegd worden er nu van allerlei brandstoffen uit de aarde gehaald, die worden omgezet in (bijvoorbeeld) elektriciteit. Gelukkig zijn er sinds een aantal jaren nieuwe, milieuvriendelijker energiebronnen in gebruik. Denk bijvoorbeeld aan windmolens, die door de wind (wordt gratis aangeleverd door Moeder Natuur) gaan draaien, daarmee een dynamo (vergelijkbaar met die op je fiets, maar dan ’n paar keer groter) aandrijven. Ook zijn er (vooral in landen als Noorwegen en Zweden) waterkrachtcentrales. Je kunt die min of meer vergelijken met de watermolens van vroeger: er wordt een schoepenrad aangedreven, die door middel van een dynamo elektriciteit opwekt. Een stuk bekender in Nederland is zonne-energie, waarbij de stralingsenergie van de grootste ster van het heelal (dat is de zon immers) wordt omgezet in elektriciteit.
Een probleem dat bij al deze alternatieve energiebronnen speelt is het (economisch) rendement. Ook bij chemische energie is dat niet zo hoog (de energie van de motor van een auto op kruissnelheid gaat bijvoorbeeld geheel ‘verloren’ als warmte), maar nu er nieuwe technieken worden bedacht vallen veel mensen hierover. Gelukkig is dat een probleem dat (naar verloop van tijd) is op te lossen. Bovendien zal uiteindelijk niemand er meer een probleem van maken, als men moet kiezen tussen geen elektriciteit en elektriciteit uit een energiebron met laag rendement.
Zoals gezegd worden er nu van allerlei brandstoffen uit de aarde gehaald, die worden omgezet in (bijvoorbeeld) elektriciteit. Gelukkig zijn er sinds een aantal jaren nieuwe, milieuvriendelijker energiebronnen in gebruik. Denk bijvoorbeeld aan windmolens, die door de wind (wordt gratis aangeleverd door Moeder Natuur) gaan draaien, daarmee een dynamo (vergelijkbaar met die op je fiets, maar dan ’n paar keer groter) aandrijven. Ook zijn er (vooral in landen als Noorwegen en Zweden) waterkrachtcentrales. Je kunt die min of meer vergelijken met de watermolens van vroeger: er wordt een schoepenrad aangedreven, die door middel van een dynamo elektriciteit opwekt. Een stuk bekender in Nederland is zonne-energie, waarbij de stralingsenergie van de grootste ster van het heelal (dat is de zon immers) wordt omgezet in elektriciteit.
Een probleem dat bij al deze alternatieve energiebronnen speelt is het (economisch) rendement. Ook bij chemische energie is dat niet zo hoog (de energie van de motor van een auto op kruissnelheid gaat bijvoorbeeld geheel ‘verloren’ als warmte), maar nu er nieuwe technieken worden bedacht vallen veel mensen hierover. Gelukkig is dat een probleem dat (naar verloop van tijd) is op te lossen. Bovendien zal uiteindelijk niemand er meer een probleem van maken, als men moet kiezen tussen geen elektriciteit en elektriciteit uit een energiebron met laag rendement.
Belastingvoordeel zonnepanelen overdraagbaar naar de volgende jaren
Als u zonnepanelen heeft u recht op een belastingvermindering van 40 % van het factuurbedrag (inclusief btw), met een maximum van 3600 euro (bedrag geldig voor inkomstenjaar 2009). De plaatsing dient te gebeuren door een geregistreerd aannemer.
Voorbeeld: u heeft een factuur hebt van 20.000 euro, dan krijgt u in 2009 een belastingvermindering van 20.000 euro x 40 % = 8000 euro, beperkt tot 3600 euro. De fiscus laat echter toe om het belastingvoordeel over te dragen naar de drie jaar die volgen op het jaar van de investering. Uw woning moet hiervoor minimum 5 jaar oud zijn.
Terugkijkend op ons voorbeeld betekent dat u in totaal recht hebt op 8000 euro belastingvermindering, waarvan u in 2009 al 3600 euro hebt gekregen. Er blijft dan nog 4400 euro over, waarvan u het maximum van 3600 euro (in de veronderstelling dat dit bedrag niet geïndexeerd wordt) in 2010 kunt recupereren.
Het resterende saldo van 800 euro kunt in 2011 terugkrijgen. Als u zonnepanelen laat plaatsen op een nieuwe woning, dan kunt u het fiscale voordeel niet over drie jaar spreiden. U kunt dan wel werken met een voorschotfactuur die u betaalt in 2009 en een restfactuur die u betaalt in 2010. Op die manier hebt u toch een spreiding over twee jaar.
Voorbeeld: u heeft een factuur hebt van 20.000 euro, dan krijgt u in 2009 een belastingvermindering van 20.000 euro x 40 % = 8000 euro, beperkt tot 3600 euro. De fiscus laat echter toe om het belastingvoordeel over te dragen naar de drie jaar die volgen op het jaar van de investering. Uw woning moet hiervoor minimum 5 jaar oud zijn.
Terugkijkend op ons voorbeeld betekent dat u in totaal recht hebt op 8000 euro belastingvermindering, waarvan u in 2009 al 3600 euro hebt gekregen. Er blijft dan nog 4400 euro over, waarvan u het maximum van 3600 euro (in de veronderstelling dat dit bedrag niet geïndexeerd wordt) in 2010 kunt recupereren.
Het resterende saldo van 800 euro kunt in 2011 terugkrijgen. Als u zonnepanelen laat plaatsen op een nieuwe woning, dan kunt u het fiscale voordeel niet over drie jaar spreiden. U kunt dan wel werken met een voorschotfactuur die u betaalt in 2009 en een restfactuur die u betaalt in 2010. Op die manier hebt u toch een spreiding over twee jaar.
maandag 15 november 2010
Minister Van den Bossche wil groene warmte tegen 2020
Er rest ons nog tien jaar om de gestelde energiebesparende doelstellingen te halen. Met de focus op dakisolatie, het verlagen van het E-peil en het inzetten van hernieuwbare energiebronnen zoals pelletkachels of zonneboilers moeten tot dat resultaat leiden. Minister Freya Van den Bossche staat ons te woord.
Tijdens deze energiemaand legt u de nadruk op dakisolatie, de goedkoopste manier om snel veel energie te besparen. Hoe zorgen jullie ervoor dat deze investering voor ieders portemonnee haalbaar is?
“Vandaag kunnen mensen met een bescheiden inkomen in een aantal gemeenten en steden goedkoop of zelfs renteloos lenen van het FRGE, het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost, om energiebesparende maatregelen uit te voeren. Omdat in de meeste gemeenten die mogelijkheid niet bestaat, heeft de Vlaamse regering de waarborg van de gemeenten overgenomen. Sinds dat nieuws bekend is, zijn gemeenten massaal op de kar gesprongen en worden lokale entiteiten opgericht om zo’n leningen te verstrekken. Binnenkort zullen in vier op de vijf gemeenten de goedkope leningen beschikbaar zijn. Op die manier bereiken 84 procent van alle Vlamingen. Voor de kwetsbare en moeilijk te bereiken groepen zoals ouderen en sociaal zwakkeren, wil ik naar een systeem gaan waarbij in hun plaats geïsoleerd wordt, zonder dat een aanvraag nodig is en de premies onmiddellijk verrekend worden. Zonder rompslomp voor de mensen, maar wel met onmiddellijk resultaat.”
Er resten nog 10 jaar tot 2020. Is dat nog voldoende tijd om de gestelde doelstellingen te realiseren of is er nog ongelooflijk veel werk aan de winkel?
“Tien jaar is lang en tegelijk kort. Het moet mogelijk zijn om tegen 2020 alle Vlaamse daken te isoleren en in België 13 procent of meer energie hernieuwbaar te produceren. Die 13 procent is een gezamenlijke doelstelling die tussen de federale overheid en de gewesten verdeeld wordt, waarbij iedere regering een deel van de verantwoordelijkheid zal dragen. De gewesten hebben de grootste verantwoordelijkheid, maar de federale overheid is bevoegd voor de offshore windenergie, en voor de biobrandstoffen in voertuigen. In 2008 bedroeg het aandeel hernieuwbare energie in het eindgebruik van energie 3,3 procent. Als we alleen naar groene stroom kijken, nam in Vlaanderen het aandeel groene stroom toe van 3,4 procent in 2008 naar 4,7 procent in 2009. We verwachten dat de doelstelling van 6 procent voor 2010 kan worden gerealiseerd.”
Maar de lat moet nog hoger. Welke voorname aandachtspunten heeft u tot 2014?
“Eerst en vooral een geleidelijke verstrenging van de normen voor nieuwe woningen zodat nieuwe Vlaamse woningen en kantoren klaar zullen zijn voor de toekomst. Voor nieuwe bouwaanvragen gaan we naar een E-peil van 60. Voor bestaande gebouwen wil ik dan weer maximaal inzetten op renovatie en dan in het bijzonder op dakisolatie, hoogrendementsbeglazing en efficiënte verwarmingstoestellen.
Uiteraard hangt energiebesparing voor een groot stuk af van je woning. Maar je kan er ook zelf voor zorgen door slimme gewoontes aan te leren, zoals de verwarming lager zetten wanneer je niet thuis bent, niet-gebruikte ruimtes maar beperkt verwarmen, verlichting en apparaten uitschakelen wanneer ze niet worden gebruikt. Het zijn eenvoudige tips die mensen een pak energie uitsparen en geld opleveren. Ik houd mij eraan, zonder erin te overdrijven.”
Op termijn moeten nieuwe woningen niet enkel energie gebruiken, maar ook propere energie produceren?
“Daarom wordt bekeken om op termijn minimumaandelen hernieuwbare energieproductie, met bijvoorbeeld zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen en pelletkachels, te verplichten. Op die manier moeten de Vlaamse woningen energieneutraal worden. Wie wat het best in huis haalt, is natuurlijk afhankelijk van de eigenschappen van de woning en de gewoonten van de gebruikers, zoals het dakoppervlak, het gebruik van warm water en voorkeuren. Een energiedeskundige kan daar advies op maat over geven. Dit geldt trouwens alleen voor nieuwbouwwoningen die bij het ontwerp al rekening kunnen houden met de inpassing van hernieuwbare energiesystemen. Bij renovatie is dat veel moeilijker, ingrijpender en dus veel duurder.”
Welke effecten hebben deze aanpassingen?
“Bij nieuwbouw is het zo dat de inzet van hernieuwbare energietechnieken zoals zonneboilers, warmtepompen en zonnepanelen een positief effect heeft op het energieverbruik en daardoor ook op het berekende E-peil. Het resulterende E-peil wordt ook gebruikt als maatstaf voor premies van de netbeheerders en de mogelijkheid een beroep te doen op een verminderde onroerende voorheffing.”
“Andere hernieuwbare energiebronnen zoals pelletketels, bio-olieketels beïnvloeden niet zozeer het primaire energieverbruik en het E-peil, maar vermijden wel het verbruik van fossiele brandstoffen. Het lijkt daarom logisch en administratief het eenvoudigst om de vereisten van de richtlijn om te zetten door in de energieprestatieregelgeving een minimum aandeel hernieuwbare energie te voorzien.”
Een zonneboiler op ons dak verwarmt gemiddeld vijftig procent van het verbruikte bad- en douchewater op jaarbasis. Is dat ook zijn investering waard?
“Een zonneboiler kost afhankelijk van de grootte van het gezin en de toepassing tussen 3.500 en 7.000 euro. Die kost moet je natuurlijk vergelijken met de kost van een klassiek systeem. Afhankelijk van het systeem waarmee we de zonneboiler vergelijken, betekent dat meerkosten van ongeveer 1.000 à 3.000 euro plus 500 euro installatiekosten. De overheid stelt daar een hele reeks steunmaatregelen tegenover. Zo is er ten eerste het fiscaal voordeel, waarmee je een stuk van de kost van je belastingen kunt aftrekken. Je kunt bij de bank ook een groene lening, met een voordeliger tarief dan een gewone lening, aanvragen. De distributienetbeheerder geeft je een premie van 75 euro per vierkante meter, met een minimum van 525 euro en een maximum van 1.500 euro. Tenslotte kan je eventueel nog een beroep doen op de renovatiepremie, en check je best nog eens of je gemeente misschien nog bijzondere eigen premies geeft.”
bron: habitos.be
Tijdens deze energiemaand legt u de nadruk op dakisolatie, de goedkoopste manier om snel veel energie te besparen. Hoe zorgen jullie ervoor dat deze investering voor ieders portemonnee haalbaar is?
“Vandaag kunnen mensen met een bescheiden inkomen in een aantal gemeenten en steden goedkoop of zelfs renteloos lenen van het FRGE, het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost, om energiebesparende maatregelen uit te voeren. Omdat in de meeste gemeenten die mogelijkheid niet bestaat, heeft de Vlaamse regering de waarborg van de gemeenten overgenomen. Sinds dat nieuws bekend is, zijn gemeenten massaal op de kar gesprongen en worden lokale entiteiten opgericht om zo’n leningen te verstrekken. Binnenkort zullen in vier op de vijf gemeenten de goedkope leningen beschikbaar zijn. Op die manier bereiken 84 procent van alle Vlamingen. Voor de kwetsbare en moeilijk te bereiken groepen zoals ouderen en sociaal zwakkeren, wil ik naar een systeem gaan waarbij in hun plaats geïsoleerd wordt, zonder dat een aanvraag nodig is en de premies onmiddellijk verrekend worden. Zonder rompslomp voor de mensen, maar wel met onmiddellijk resultaat.”
Er resten nog 10 jaar tot 2020. Is dat nog voldoende tijd om de gestelde doelstellingen te realiseren of is er nog ongelooflijk veel werk aan de winkel?
“Tien jaar is lang en tegelijk kort. Het moet mogelijk zijn om tegen 2020 alle Vlaamse daken te isoleren en in België 13 procent of meer energie hernieuwbaar te produceren. Die 13 procent is een gezamenlijke doelstelling die tussen de federale overheid en de gewesten verdeeld wordt, waarbij iedere regering een deel van de verantwoordelijkheid zal dragen. De gewesten hebben de grootste verantwoordelijkheid, maar de federale overheid is bevoegd voor de offshore windenergie, en voor de biobrandstoffen in voertuigen. In 2008 bedroeg het aandeel hernieuwbare energie in het eindgebruik van energie 3,3 procent. Als we alleen naar groene stroom kijken, nam in Vlaanderen het aandeel groene stroom toe van 3,4 procent in 2008 naar 4,7 procent in 2009. We verwachten dat de doelstelling van 6 procent voor 2010 kan worden gerealiseerd.”
Maar de lat moet nog hoger. Welke voorname aandachtspunten heeft u tot 2014?
“Eerst en vooral een geleidelijke verstrenging van de normen voor nieuwe woningen zodat nieuwe Vlaamse woningen en kantoren klaar zullen zijn voor de toekomst. Voor nieuwe bouwaanvragen gaan we naar een E-peil van 60. Voor bestaande gebouwen wil ik dan weer maximaal inzetten op renovatie en dan in het bijzonder op dakisolatie, hoogrendementsbeglazing en efficiënte verwarmingstoestellen.
Uiteraard hangt energiebesparing voor een groot stuk af van je woning. Maar je kan er ook zelf voor zorgen door slimme gewoontes aan te leren, zoals de verwarming lager zetten wanneer je niet thuis bent, niet-gebruikte ruimtes maar beperkt verwarmen, verlichting en apparaten uitschakelen wanneer ze niet worden gebruikt. Het zijn eenvoudige tips die mensen een pak energie uitsparen en geld opleveren. Ik houd mij eraan, zonder erin te overdrijven.”
Op termijn moeten nieuwe woningen niet enkel energie gebruiken, maar ook propere energie produceren?
“Daarom wordt bekeken om op termijn minimumaandelen hernieuwbare energieproductie, met bijvoorbeeld zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen en pelletkachels, te verplichten. Op die manier moeten de Vlaamse woningen energieneutraal worden. Wie wat het best in huis haalt, is natuurlijk afhankelijk van de eigenschappen van de woning en de gewoonten van de gebruikers, zoals het dakoppervlak, het gebruik van warm water en voorkeuren. Een energiedeskundige kan daar advies op maat over geven. Dit geldt trouwens alleen voor nieuwbouwwoningen die bij het ontwerp al rekening kunnen houden met de inpassing van hernieuwbare energiesystemen. Bij renovatie is dat veel moeilijker, ingrijpender en dus veel duurder.”
Welke effecten hebben deze aanpassingen?
“Bij nieuwbouw is het zo dat de inzet van hernieuwbare energietechnieken zoals zonneboilers, warmtepompen en zonnepanelen een positief effect heeft op het energieverbruik en daardoor ook op het berekende E-peil. Het resulterende E-peil wordt ook gebruikt als maatstaf voor premies van de netbeheerders en de mogelijkheid een beroep te doen op een verminderde onroerende voorheffing.”
“Andere hernieuwbare energiebronnen zoals pelletketels, bio-olieketels beïnvloeden niet zozeer het primaire energieverbruik en het E-peil, maar vermijden wel het verbruik van fossiele brandstoffen. Het lijkt daarom logisch en administratief het eenvoudigst om de vereisten van de richtlijn om te zetten door in de energieprestatieregelgeving een minimum aandeel hernieuwbare energie te voorzien.”
Een zonneboiler op ons dak verwarmt gemiddeld vijftig procent van het verbruikte bad- en douchewater op jaarbasis. Is dat ook zijn investering waard?
“Een zonneboiler kost afhankelijk van de grootte van het gezin en de toepassing tussen 3.500 en 7.000 euro. Die kost moet je natuurlijk vergelijken met de kost van een klassiek systeem. Afhankelijk van het systeem waarmee we de zonneboiler vergelijken, betekent dat meerkosten van ongeveer 1.000 à 3.000 euro plus 500 euro installatiekosten. De overheid stelt daar een hele reeks steunmaatregelen tegenover. Zo is er ten eerste het fiscaal voordeel, waarmee je een stuk van de kost van je belastingen kunt aftrekken. Je kunt bij de bank ook een groene lening, met een voordeliger tarief dan een gewone lening, aanvragen. De distributienetbeheerder geeft je een premie van 75 euro per vierkante meter, met een minimum van 525 euro en een maximum van 1.500 euro. Tenslotte kan je eventueel nog een beroep doen op de renovatiepremie, en check je best nog eens of je gemeente misschien nog bijzondere eigen premies geeft.”
bron: habitos.be
Eandis verkoopt leugens!
Ok, dit is natuurlijk een zware uitspraak, maar het is er eentje die we kunnen staven. Dit met de gegevens van de VREG.
Hier kan je het volledige document van de VREG vinden (touwens ook te downloaden op hun site). Maar we zullen het even kort samenvatten voor iedereen.
Zoals je kan zien beslaat het totaal percentage van de zonne-energie in de GSC’s slechts 5,15% voor 2009. Hou verder rekening met het feit dat de particulier niet diegene is met de grote installatie, maar dat het de Katoennatie’s, Volvo’s en dergelijke zijn die gaan lopen met de bulk van de GSC’s.
Dan kan er maar een conclusie zijn. Stop met mensen tegen elkaar op te zetten, met ongefundeerde uitspraken en kijk uw cijfers eerst na. En nee u betaald niet de zonnepanelen van uw buur, maar de biomassa, waterkracht en windkrachtcentrales van Electrabel en andere grote energieproducenten.
Hier kan je het volledige document van de VREG vinden (touwens ook te downloaden op hun site). Maar we zullen het even kort samenvatten voor iedereen.
Bewering Eandis: Hernieuwbare energiebronnen zoals windmolens, biomassa of zonnepanelen leveren de eigenaar groenestroomcertificaten op die onder andere door Eandis moeten worden betaald. Door het grote succes dreigen de kosten van de certificaten op termijn spectaculair te stijgen. Zonne-energie is daarbij de sterkste stijger maar maakt nog altijd minder dan 15% uit van de totale groenestroomproductie.Als we de officiële (lees: juiste) cijfers erbij halen komen we tot onderstaande conclusie voor 2009.
Zoals je kan zien beslaat het totaal percentage van de zonne-energie in de GSC’s slechts 5,15% voor 2009. Hou verder rekening met het feit dat de particulier niet diegene is met de grote installatie, maar dat het de Katoennatie’s, Volvo’s en dergelijke zijn die gaan lopen met de bulk van de GSC’s.
Dan kan er maar een conclusie zijn. Stop met mensen tegen elkaar op te zetten, met ongefundeerde uitspraken en kijk uw cijfers eerst na. En nee u betaald niet de zonnepanelen van uw buur, maar de biomassa, waterkracht en windkrachtcentrales van Electrabel en andere grote energieproducenten.
Zonnepanelen Zelzate
In Zelzate ligt reeds lange tijd een vergeten gipsberg. 4 bedrijven hebben nu het initiatief genomen om dit terrein te saneren en er een energiesite op te installeren.
Eén van de projecten die op deze site komt is het grootste zonnepanelenpark van de Benelux.
We kijken uit naar het eindresultaat: verdere info kan je vinden op www.terranovazelzate.be
Toch een klein puntje van kritiek: met dergelijke parken ga je de subsidieregeling wel verzieken. Persoonlijk pleit ik voor een aangepaste regeling voor installaties groter dan 10.000 kW. Politiekers, doe uw job.
Eén van de projecten die op deze site komt is het grootste zonnepanelenpark van de Benelux.
We kijken uit naar het eindresultaat: verdere info kan je vinden op www.terranovazelzate.be
Toch een klein puntje van kritiek: met dergelijke parken ga je de subsidieregeling wel verzieken. Persoonlijk pleit ik voor een aangepaste regeling voor installaties groter dan 10.000 kW. Politiekers, doe uw job.
Drastische daling van subsidies in belgië
In België worden de Vlaamse subsidies voor van zonnepanelen versneld afgebouwd. Dat heeft de Vlaamse regering beslist op voorstel van Vlaams minister van energie Freya Van den Bossche, zo bericht Express. De minister voert aan dat zonnepanelen nog steeds overgesubsidieerd zijn, wat volgens haar een negatief effect heeft op de elektriciteitsrekening en soms tot overdreven winsten leidt.
Enkele jaren geleden ontving men 450 euro per groenestroomcertificaat. Omdat zonnepanelen goedkoper zijn geworden, moet de steun ook terug geschroefd worden. Maar omdat er volgens de overheid nog steeds sprake is van oversubsidiëring, wordt dat steunbedrag versneld afgebouwd. Voor grote zonneparken, die volgens de minister vaak onverantwoorde winsten maken, valt de steun op drie jaar tijd stapsgewijs terug tot 90 euro. Voor gezinnen en kleine bedrijven wordt die daling gespreid over zes jaar.
Maar volgens BelPV, de sectororganisatie voor zonnepanelen, gebeurt de versnelde verlaging van de subsidies voor zonnepanelen veel te drastisch. Bovendien heeft de Vlaamse regering zich bij die beslissing gebaseerd op slordige berekeningen van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO). Er wordt aan toegevoegd dat de ingreep de markt volledig dreigt stil te leggen en stevent een bloeiende sector af op werkloosheid en faillissementen.
BelPV vraagt aan de regering dan ook om de beslissing uit te stellen en overleg te plegen met de sector. De organisatie zegt het eens te zijn met het principe dat de steun aangepast wordt in functie van de prijsevolutie, maar alleen wanneer dat op een weloverwogen gebeurt. Bovendien wordt er opgemerkt dat het al om de vierde aanpassing betreft in één jaar tijd, waardoor de consument in een klimaat van onzekerheid wordt gestort.
Enkele jaren geleden ontving men 450 euro per groenestroomcertificaat. Omdat zonnepanelen goedkoper zijn geworden, moet de steun ook terug geschroefd worden. Maar omdat er volgens de overheid nog steeds sprake is van oversubsidiëring, wordt dat steunbedrag versneld afgebouwd. Voor grote zonneparken, die volgens de minister vaak onverantwoorde winsten maken, valt de steun op drie jaar tijd stapsgewijs terug tot 90 euro. Voor gezinnen en kleine bedrijven wordt die daling gespreid over zes jaar.
Maar volgens BelPV, de sectororganisatie voor zonnepanelen, gebeurt de versnelde verlaging van de subsidies voor zonnepanelen veel te drastisch. Bovendien heeft de Vlaamse regering zich bij die beslissing gebaseerd op slordige berekeningen van het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO). Er wordt aan toegevoegd dat de ingreep de markt volledig dreigt stil te leggen en stevent een bloeiende sector af op werkloosheid en faillissementen.
BelPV vraagt aan de regering dan ook om de beslissing uit te stellen en overleg te plegen met de sector. De organisatie zegt het eens te zijn met het principe dat de steun aangepast wordt in functie van de prijsevolutie, maar alleen wanneer dat op een weloverwogen gebeurt. Bovendien wordt er opgemerkt dat het al om de vierde aanpassing betreft in één jaar tijd, waardoor de consument in een klimaat van onzekerheid wordt gestort.
Balans Oktobermaand
Oktober is alweer voorbij en we maken de balans op van een voor mij sombere maand.
Hoewel wat blijkt, het is de beste maand sinds de start van onze waarnemingen? Vreemd, wij hadden een andere indruk, maar cijfers liegen niet?
We haalden dus een slordige 168 kW.
Hoewel wat blijkt, het is de beste maand sinds de start van onze waarnemingen? Vreemd, wij hadden een andere indruk, maar cijfers liegen niet?
We haalden dus een slordige 168 kW.
Zonne-energie : Limburg toonaangevend
Op het oude bergingsbekken van Nyrstar in Overpelt is vrijdag het grootste zonnepanelenpark van de Benelux gepresenteerd. Het park telt 40.000 zonnepanelen, goed voor 8 megawattpiek en het elektriciteitsverbruik van 2.000 gezinnen.
Zonne-energie Limburg?
Het gaat om een initiatief van Zonnecentrale Limburg en de geproduceerde zonne energie zal door Nyrstar gebruikt worden in het productieproces. Waarmee het bedrijf zijn CO2-voetafdruk aanzienlijk verlaagt.
Het zonnepanelen park wordt gebouwd op de oude afvalbekkens waar woon- en andere projecten niet realiseerbaar zijn. Het volledige domein wordt omheind en als de zonnepanelen operationeel zijn wordt het terrein door een kudde schapen onderhouden.
Dit project maakt deel uit van het engagement om tegen 2020 naar een CO2-neutraal Limburg te streven.
Vrijdag werd het eerste zonnepaneel symbolisch gemonteerd en verwacht wordt dat tegen het einde van het jaar het grootste zonnepanelenpark van de Benelux ook effectief in gebruik zal genomen worden. – Zonne-energie Limburg
Zonne-energie Limburg?
Het gaat om een initiatief van Zonnecentrale Limburg en de geproduceerde zonne energie zal door Nyrstar gebruikt worden in het productieproces. Waarmee het bedrijf zijn CO2-voetafdruk aanzienlijk verlaagt.
Het zonnepanelen park wordt gebouwd op de oude afvalbekkens waar woon- en andere projecten niet realiseerbaar zijn. Het volledige domein wordt omheind en als de zonnepanelen operationeel zijn wordt het terrein door een kudde schapen onderhouden.
Dit project maakt deel uit van het engagement om tegen 2020 naar een CO2-neutraal Limburg te streven.
Vrijdag werd het eerste zonnepaneel symbolisch gemonteerd en verwacht wordt dat tegen het einde van het jaar het grootste zonnepanelenpark van de Benelux ook effectief in gebruik zal genomen worden. – Zonne-energie Limburg
België absolute wereldtop plaatsing van zonnepanelen
Ons land behoort tot de absolute wereldtop als het gaat over plaatsing van zonnepanelen. Dat blijkt uit een studie van het Joint Research Centre van de Europese Commissie. Uit die studie blijkt ook dat Europa goed is voor ruim drie kwart van alle nieuwe zonnepanelen die in 2009 wereldwijd werden geïnstalleerd.
De plaatsing van zonnepanelen blijft vooral een Europese zaak, zo blijkt uit de studie van de Europese Commissie. Eind vorig jaar bedroeg het totaal van de fotovoltaïsche energiecapaciteit wereldwijd zo’n 22 gigawatt. Daarvan bevindt zich ruim 70 procent of 16 gigawatt in Europa.
Voor alle duidelijkheid: 1 gigawatt aan zonne-energie is goed voor het elektriciteitsverbruik van 250.000 gezinnen in een jaar. Met andere woorden: in Europa krijgen momenteel zo’n 4 miljoen gezinnen energie van de zon.
In 2009 is het aantal nieuwe zonnepanelen fors gestegen. Wereldwijd werd voor 7,4 gigawatt energiecapaciteit geïnstalleerd, waarvan ruim 75 procent of 5,8 gigawatt in Europa. Van alle nieuwe elektriciteitsproductie die in 2009 werd geïnstalleerd, maakt 21 procent gebruik van zonlicht.
België
Het is geen verrassing dat Duitsland wereldwijd de absolute nummer één is op vlak van zonne-energie. Meer dan de helft van de geïnstalleerde energiecapaciteit (9,8 gigawatt) in Europa bevindt zich immers in Duitsland. Opvallend is de achterstand van de Verenigde Staten. Daar komt slechts 1,65 gigawatt aan elektriciteit uit zonne-energie.
België doet het verre van slecht, zo blijkt uit de studie. In ons land was eind vorig jaar voor ruim 0,36 gigawatt aan zonnepanelen geïnstalleerd. Alleen al in 2009 werd in ons land voor maar liefst 0,3 gigawatt aan zonnepanelen geïnstalleerd. Daarmee doet ons land niet zoveel slechter dan de Verenigde Staten, waar vorig jaar 0,46 gigawatt aan zonnepanelen bijkwam.
Uit een ander onderzoek blijkt dat in België vorig jaar evenveel zonnepanelen werden geïnstalleerd dan in Californië, de Amerikaanse staat die bekend staat voor zijn milieubewustzijn en mooi weer.
Goedkoper
De toenemende vraag naar fotovoltaïsche cellen heeft ook zijn impact op de prijzen. De voorbije twee jaar zakte de prijs met maar liefst 50 procent. Eind 2009 bedroeg de gemiddelde prijs 1,5 euro per Watt.
Europa mag dan wel zonnepanelen installeren, de cellen worden vooral in China, Taiwan en Maleisië geproduceerd. Ondanks de groei blijft het aandeel zonne-energie in de totale elektriciteitsproductie te verwaarlozen: slechts 0,4 procent in de EU.µ
Bron: solarlec
De plaatsing van zonnepanelen blijft vooral een Europese zaak, zo blijkt uit de studie van de Europese Commissie. Eind vorig jaar bedroeg het totaal van de fotovoltaïsche energiecapaciteit wereldwijd zo’n 22 gigawatt. Daarvan bevindt zich ruim 70 procent of 16 gigawatt in Europa.
Voor alle duidelijkheid: 1 gigawatt aan zonne-energie is goed voor het elektriciteitsverbruik van 250.000 gezinnen in een jaar. Met andere woorden: in Europa krijgen momenteel zo’n 4 miljoen gezinnen energie van de zon.
In 2009 is het aantal nieuwe zonnepanelen fors gestegen. Wereldwijd werd voor 7,4 gigawatt energiecapaciteit geïnstalleerd, waarvan ruim 75 procent of 5,8 gigawatt in Europa. Van alle nieuwe elektriciteitsproductie die in 2009 werd geïnstalleerd, maakt 21 procent gebruik van zonlicht.
België
Het is geen verrassing dat Duitsland wereldwijd de absolute nummer één is op vlak van zonne-energie. Meer dan de helft van de geïnstalleerde energiecapaciteit (9,8 gigawatt) in Europa bevindt zich immers in Duitsland. Opvallend is de achterstand van de Verenigde Staten. Daar komt slechts 1,65 gigawatt aan elektriciteit uit zonne-energie.
België doet het verre van slecht, zo blijkt uit de studie. In ons land was eind vorig jaar voor ruim 0,36 gigawatt aan zonnepanelen geïnstalleerd. Alleen al in 2009 werd in ons land voor maar liefst 0,3 gigawatt aan zonnepanelen geïnstalleerd. Daarmee doet ons land niet zoveel slechter dan de Verenigde Staten, waar vorig jaar 0,46 gigawatt aan zonnepanelen bijkwam.
Uit een ander onderzoek blijkt dat in België vorig jaar evenveel zonnepanelen werden geïnstalleerd dan in Californië, de Amerikaanse staat die bekend staat voor zijn milieubewustzijn en mooi weer.
Goedkoper
De toenemende vraag naar fotovoltaïsche cellen heeft ook zijn impact op de prijzen. De voorbije twee jaar zakte de prijs met maar liefst 50 procent. Eind 2009 bedroeg de gemiddelde prijs 1,5 euro per Watt.
Europa mag dan wel zonnepanelen installeren, de cellen worden vooral in China, Taiwan en Maleisië geproduceerd. Ondanks de groei blijft het aandeel zonne-energie in de totale elektriciteitsproductie te verwaarlozen: slechts 0,4 procent in de EU.µ
Bron: solarlec
zondag 14 november 2010
Zonnepanelen reinigen/kuisen/schoonmaken
Vragen in verband met het schoonmaken van uw zonnepanelen
Waarom is het nodig dat ik mijn zonnepanelen reinig ?
Het aankopen van zonnepanelen is een belangrijke investering. Wanneer u het toelaat dat uw zonnepanelen vuil worden door rondzwevende deeltjes, uitwerpselen van vogels en de bladeren van bomen kan de productie van energie door uw zonnepanelen sterk verminderen. Met andere woorden, u krijgt niet de productie van energie waarvoor u betaald hebt. Wanneer u zonnepanelen nooit kuist verliest u niet alleen een aanzienlijke hoeveelheid van energie verliezen maar u riskeert het ook om uw zonnepanelen te verliezen.
Hoeveel elektriciteit verliezen vuile zonnepanelen?
Hoewel veel factoren invloed hebben op het produceren van energie bij zonnepanelen zijn experts het eens dat u energie zal verliezen. Dat verlies kan variëren tot 25% in sommige gebieden volgens de studie. Individuele verkopers hebben verliezen tot 30% voor sommige klanten gemeld die er niet in slaagde om ooit hun zonnepanelen te kuisen.
Hoe werkt het automatische zonnepanelen kuist systeem?
Het systeem plaats sproeiertjes op elk zonnepaneel. De speciale samengestelde zeep is gemend in de leidingen van de wascyclus van de zonnepanelen. Er is ook een tweede spoelcyclus. De zonnepanelen worden om de één a twee weken gewassen. Het is aanbevolen dat de zonnepanelen slechts om de twee tot drie dagen worden gespoeld om zo de opeenhoping van vuil uit te sluiten.
Zal het water uit de sproeiers schade toebrengen aan mijn zonnepanelen?
Het sproeisysteem maakt gebruik van een laag volume sproeiers die uw zonnepanelen niet zullen beschadigen. Het systeem is niet zoals een hogedrukreiniger.
Zal het gebruik van zeep schade aan de zonnepanelen toebrengen?
Wanneer u speciale zeep gebruikt voor het reinigen van zonnepanelen zal deze geen schade aan de zonnepanelen toebrengen. Wanneer u allesreiniger gebruikt loopt u het risico om uw zonnepanelen te beschadigen.
Waarom is het nodig dat ik mijn zonnepanelen reinig ?
Het aankopen van zonnepanelen is een belangrijke investering. Wanneer u het toelaat dat uw zonnepanelen vuil worden door rondzwevende deeltjes, uitwerpselen van vogels en de bladeren van bomen kan de productie van energie door uw zonnepanelen sterk verminderen. Met andere woorden, u krijgt niet de productie van energie waarvoor u betaald hebt. Wanneer u zonnepanelen nooit kuist verliest u niet alleen een aanzienlijke hoeveelheid van energie verliezen maar u riskeert het ook om uw zonnepanelen te verliezen.
Hoeveel elektriciteit verliezen vuile zonnepanelen?
Hoewel veel factoren invloed hebben op het produceren van energie bij zonnepanelen zijn experts het eens dat u energie zal verliezen. Dat verlies kan variëren tot 25% in sommige gebieden volgens de studie. Individuele verkopers hebben verliezen tot 30% voor sommige klanten gemeld die er niet in slaagde om ooit hun zonnepanelen te kuisen.
Hoe werkt het automatische zonnepanelen kuist systeem?
Het systeem plaats sproeiertjes op elk zonnepaneel. De speciale samengestelde zeep is gemend in de leidingen van de wascyclus van de zonnepanelen. Er is ook een tweede spoelcyclus. De zonnepanelen worden om de één a twee weken gewassen. Het is aanbevolen dat de zonnepanelen slechts om de twee tot drie dagen worden gespoeld om zo de opeenhoping van vuil uit te sluiten.
Zal het water uit de sproeiers schade toebrengen aan mijn zonnepanelen?
Het sproeisysteem maakt gebruik van een laag volume sproeiers die uw zonnepanelen niet zullen beschadigen. Het systeem is niet zoals een hogedrukreiniger.
Zal het gebruik van zeep schade aan de zonnepanelen toebrengen?
Wanneer u speciale zeep gebruikt voor het reinigen van zonnepanelen zal deze geen schade aan de zonnepanelen toebrengen. Wanneer u allesreiniger gebruikt loopt u het risico om uw zonnepanelen te beschadigen.
Groenestroomcertificaten
Het systeem van groenestroomcertificaten is een van de manieren van het Vlaams Gewest om de plaatsing en de uitbating van fotovoltaïsche zonnepanelen in Vlaanderen financieel te ondersteunen. Het systeem werd door het Vlaams Gewest opgenomen in het Elektriciteitsdecreet van juli 2000 en ging van start op 1 januari 2002. De uitvoeringsmodaliteiten van het certificatensysteem zijn vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 2004 inzake de bevordering van de elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen.
Iedere elektriciteitsleverancier is verplicht om een minimumaandeel van zijn verkoop aan eindafnemers te betrekken uit hernieuwbare bronnen. Sinds 2010 loopt dat minimumaandeel op tot 6%. Een leverancier kan aan deze verplichting voldoen door ofwel zelf groene stroom te produceren, ofwel door groenestroomcertificaten aan te kopen op de markt. Als de elektriciteitsleveranciers niet voldoende certificaten kunnen voorleggen, wordt per groene kWh waarvoor certificaten ontbreken een boete aangerekend.
De VREG, de Vlaamse reguleringsinstantie voor de elektriciteits- en gasmarkt, controleert en reguleert de vrije energiemarkt en informeert de consument daarover. Een van de taken die daaronder vallen is het uitreiken van groenestroomcertificaten.
Een groenestroomcertificaat wordt uitgereikt per 1000 kWh geproduceerde elektriciteit, onafhankelijk of de stroom in het net wordt geïnjecteerd of door mensen zelf wordt verbruikt. Het is een virtueel certificaat dat bewaard wordt in een databank die de VREG beheert. De certificaten worden enkel uitgereikt voor de productie van elektriciteit. Zonneboilers, die worden gebruikt voor verwarming, kunnen niet van dit type overheidssteun genieten.
De groenestroomcertificaten moeten verkocht worden om de waarde ervan te kunnen innen. Voor de recente installaties worden ze verkocht aan de netbeheerder, voor oudere installaties aan Elia, de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet die ook instaat voor de transmissie van elektriciteit. Elia en de netbeheerders zijn wettelijke verplicht om de groenestroomcertificaten afkomstig uit zonnepanelen op te kopen aan een minimumprijs. Die prijs hangt af van de datum waarop de zonnepanelen in dienst werden genomen.
Voor zonnepanelen die voor 1 januari 2006 in dienst zijn genomen, bedraagt de waarde van een groenestroomcertificaat 150 euro. Dat bedrag ontvang je voor elk certificaat dat wordt uitgereikt en dat tot 10 jaar na indienstname van de installatie. De minimumprijs wordt in dit geval betaald door Elia. Een installatie van 1 kilowatt kan, als ze normaal werkt en afhankelijk van de lichtinval, rekenen op een gemiddelde steun van ongeveer 110 tot 150 euro per jaar, en dat gedurende 10 jaar.
De minimumprijs van een groenestroomcertificaat voor zonnepanelen die na 1 januari 2006 in dienst zijn genomen, bedraagt 450 euro. Dat bedrag ontvang je voor elk certificaat dat wordt uitgereikt en dat tot 20 jaar na de indienstname van de installatie. De minimumprijs wordt betaald door de netbeheerder. Een installatie van 1 kilowatt kan, als ze normaal werkt en afhankelijk van de lichtinval, rekenen op een gemiddelde steun van ongeveer 350 tot 450 euro per jaar, en dat gedurende 20 jaar.
Nadat de installatie meer dan 10 of meer dan 20 jaar in dienst is geweest, worden nog verder groenestroomcertificaten toegekend door de VREG, maar de certificaten kunnen niet meer automatisch aan 150 of 450 euro verkocht worden. Ze kunnen wel nog verhandeld worden op de certificatenmarkt, tegen een onderhandelde prijs.
Het is belangrijk dat groenestroomcertificaten op tijd aangevraagd worden om zo snel mogelijk na de indienstname van de installatie recht te hebben op de certificaten. Voor zonnepanelen met een maximaal AC-vermogen van de omvormers tot en met 10kW ontvang je groenestroomcertificaten voor de hoeveelheid elektriciteit die geproduceerd is vanaf de datum waarop de VREG uw correcte en volledig ingevulde aanvraag voor groenestroomcertificaten ontvangt.
Een groenestroomcertificaat toont aan dat er 1000 kWh elektriciteit werd opgewekt uit een hernieuwbare energiebron. Producenten die een groenestroomcertificaat toegekend krijgen, ontvangen dat niet op papier. De certificaten worden door de VREG opgenomen in een centrale gegevensbank, die door de producenten geraadpleegd kan worden via het internet.
De groenestroomcertificaten worden niet enkel uitgereikt voor elektriciteit opgewekt door fotovoltaïsche zonnepanelen. Ook producenten die elektriciteit opwekken uit andere hernieuwbare energiebronnen kunnen bij de VREG certificaten krijgen voor de elektriciteit die ze in het Vlaams Gewest produceren.
– Windenergie: energie die via een windturbine wordt gewonnen uit wind
– Waterkracht: energie die wordt opgewekt uit water door gebruik te maken van ofwel het hoogteverschil, ofwel de stroomsnelheid van water
– Getijdenenergie: energie die wordt gewonnen door gebruik te maken van het verschil in waterhoogte tussen eb en vloed
– Golfslagenergie: energie die wordt gewonnen uit de snel wisselende waterhoogte op zee door de aanwezigheid van golven
– Geothermie: geothermische energie of aardwarmte, is energie die wordt gewonnen door gebruik te maken van het temperatuurverschil tussen aardoppervlakte en diep in de aarde gelegen warmtereservoirs
– Biogas: biogas ontstaat door vergisting van organisch materiaal, in biogasinstallaties wordt energie gewonnen uit dat gistingsproces
– Stortgas: een gasmengsel van methaan en koolstofdioxide dat vrijkomt wanneer organisch materiaal in een afvalstortplaats door bacteriën wordt omgezet, en gebruikt kan worden om elektriciteit te produceren
– Rioolwaterzuiveringsgas: bij de biologische zuivering van rioolwater komemn gassen vrij (bijvoorbeeld methaan) die kunnen worden opgevangen en gebruikt om energie op te wekken
– Biomassa: het biologische afbreekbare gedeelte van producten, afvalstoffen, en plantaardig en dierlijk restmateriaal van de lans- en bosbouw, en van industrieel en huishoudelijk afval
De groenestroomcertificaten kunnen verkocht worden aan leveranciers die nog aan hun certificatenverplichting moeten voldoen. Als de producent zelf ook leverancier is, kan hij ze gebruiken om aan zijn eigen certificatenverplichting te voldoen.
Elke elektriciteitsleverancier in Vlaanderen is verplicht om jaarlijks een aantal groenestroomcertificaten in te leveren bij de VREG en dit ten laatste op 31 maart. Die hoeveelheid certificaten komt overeen met een bepaald percentage van de totale hoeveelheid elektriciteit die hij in het jaar ervoor heeft geleverd aan zijn klanten. In het jaar waarin het systeem van kracht ging, was dat minimumaandeel 0,8 procent van de levering. Voor leveringen in 2010 is dat toegenomen tot 6 procent.
Als hij het juiste aantal groenestroomcertificaten ingediend wordt, voldoet een leverancier aan zijn certificatenverplichting. Als hij te weinig certificaten inlevert, moet hij per ontbrekend certificaat een administratieve boete van 125 euro betalen. Die administratieve boetes worden gestort in het Energiefonds, en dat fonds kan door de Vlaamse regering gebruikt worden voor de financiering van de openbaredienstverplichtingen, het sociale energiebeleid en het beleid inzake rationeel energiegebruik.
Niet alle groenestroomcertificaten zijn geldig om te voldoen aan de certificatenverplichting, want enkel groenestroomcertificaten die door de VREG werden toegekend worden aanvaard.
De groenestroomcertificaten die werden toegekend voor de productie van elektriciteit uit bepaalde afvalstoffen, met name afvalstoffen die op een hoogwaardigere manier kunnen gerecycleerd of verwerkt worden, worden niet aanvaard voor de certificatenverplichting. Ook die certificaten die toegekend worden voor elektriciteitsproductie uit houtbrandstoffen zijn niet aanvaardbaar als dat hout als industriële grondstof beschouwd kan worden. En ook groenestroomcertificaten die in het buitenland gebruikt worden, kunnen niet ingeleverd worden om te voldoen aan de certificatenverplichting in het Vlaams Gewest.
Leveranciers kunnen hun benodigd aantal groenestroomcertificaten bekomen door in het Vlaams Gewest zelf stroom op te wekken uit hernieuwbare energiebronnen en daarvoor ook groenestroomcertificaten aan te vragen bij de VREG of door certificaten te kopen van andere groenestroomproducenten. De boetewaarde van 125 euro per certificaat dat een leverancier te kort heeft, is bepalend voor het maximumbedrag dat een leverancier bereid is te betalen aan producenten die groenestroomcertificaten te koop aanbieden. De marktprijs wordt ook beïnvloed door het aantal certificaten dat op de markt beschikbaar is, ten opzichte van het totaal aantal certificaten die nodig zijn opdat alle leveranciers aan hun verplichting kunnen voldoen.
Als er een tekort is aan groenestroomcertificaten, zal de marktwaarde ervan aanleunen tegen de boete van 125 euro per ontbrekend certificaat, en als er een voldoende aanbod aan certificaten bestaat, zal de marktwaarde ervan dalen. Om het risico van zo’n waardedaling voor groenestroomproducenten te beperken, kunnen de certificaten toegekend voor installaties aangesloten op het distributienet ingeleverd worden aan een minimumwaarde bij de distributienetbeheerders. Die minimumwaarde telt vanaf 2010 90 euro per certificaat voor windenergie op land en biomassa, en wordt gedurende de eerste 10 jaar na ingebruikname van de installatie gegarandeerd. Daarover sloot de Vlaamse overheid een ‘Energiebeleidsovereenkomst ter ondersteuning van de groenestroomproductie’ met de distributiebeheerders. Groenestroomproducenten kunnen de minimumwaarde gedurende 10 jaar ook laten vastleggen in een type-contract met de distributienetbeheerder. De marktwaarde van de groenestroomcertificaten schommelt de laatste jaren tussen 107 en 113 euro.
Iedere elektriciteitsleverancier is verplicht om een minimumaandeel van zijn verkoop aan eindafnemers te betrekken uit hernieuwbare bronnen. Sinds 2010 loopt dat minimumaandeel op tot 6%. Een leverancier kan aan deze verplichting voldoen door ofwel zelf groene stroom te produceren, ofwel door groenestroomcertificaten aan te kopen op de markt. Als de elektriciteitsleveranciers niet voldoende certificaten kunnen voorleggen, wordt per groene kWh waarvoor certificaten ontbreken een boete aangerekend.
De VREG, de Vlaamse reguleringsinstantie voor de elektriciteits- en gasmarkt, controleert en reguleert de vrije energiemarkt en informeert de consument daarover. Een van de taken die daaronder vallen is het uitreiken van groenestroomcertificaten.
Een groenestroomcertificaat wordt uitgereikt per 1000 kWh geproduceerde elektriciteit, onafhankelijk of de stroom in het net wordt geïnjecteerd of door mensen zelf wordt verbruikt. Het is een virtueel certificaat dat bewaard wordt in een databank die de VREG beheert. De certificaten worden enkel uitgereikt voor de productie van elektriciteit. Zonneboilers, die worden gebruikt voor verwarming, kunnen niet van dit type overheidssteun genieten.
De groenestroomcertificaten moeten verkocht worden om de waarde ervan te kunnen innen. Voor de recente installaties worden ze verkocht aan de netbeheerder, voor oudere installaties aan Elia, de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet die ook instaat voor de transmissie van elektriciteit. Elia en de netbeheerders zijn wettelijke verplicht om de groenestroomcertificaten afkomstig uit zonnepanelen op te kopen aan een minimumprijs. Die prijs hangt af van de datum waarop de zonnepanelen in dienst werden genomen.
Voor zonnepanelen die voor 1 januari 2006 in dienst zijn genomen, bedraagt de waarde van een groenestroomcertificaat 150 euro. Dat bedrag ontvang je voor elk certificaat dat wordt uitgereikt en dat tot 10 jaar na indienstname van de installatie. De minimumprijs wordt in dit geval betaald door Elia. Een installatie van 1 kilowatt kan, als ze normaal werkt en afhankelijk van de lichtinval, rekenen op een gemiddelde steun van ongeveer 110 tot 150 euro per jaar, en dat gedurende 10 jaar.
De minimumprijs van een groenestroomcertificaat voor zonnepanelen die na 1 januari 2006 in dienst zijn genomen, bedraagt 450 euro. Dat bedrag ontvang je voor elk certificaat dat wordt uitgereikt en dat tot 20 jaar na de indienstname van de installatie. De minimumprijs wordt betaald door de netbeheerder. Een installatie van 1 kilowatt kan, als ze normaal werkt en afhankelijk van de lichtinval, rekenen op een gemiddelde steun van ongeveer 350 tot 450 euro per jaar, en dat gedurende 20 jaar.
Nadat de installatie meer dan 10 of meer dan 20 jaar in dienst is geweest, worden nog verder groenestroomcertificaten toegekend door de VREG, maar de certificaten kunnen niet meer automatisch aan 150 of 450 euro verkocht worden. Ze kunnen wel nog verhandeld worden op de certificatenmarkt, tegen een onderhandelde prijs.
Het is belangrijk dat groenestroomcertificaten op tijd aangevraagd worden om zo snel mogelijk na de indienstname van de installatie recht te hebben op de certificaten. Voor zonnepanelen met een maximaal AC-vermogen van de omvormers tot en met 10kW ontvang je groenestroomcertificaten voor de hoeveelheid elektriciteit die geproduceerd is vanaf de datum waarop de VREG uw correcte en volledig ingevulde aanvraag voor groenestroomcertificaten ontvangt.
Een groenestroomcertificaat toont aan dat er 1000 kWh elektriciteit werd opgewekt uit een hernieuwbare energiebron. Producenten die een groenestroomcertificaat toegekend krijgen, ontvangen dat niet op papier. De certificaten worden door de VREG opgenomen in een centrale gegevensbank, die door de producenten geraadpleegd kan worden via het internet.
De groenestroomcertificaten worden niet enkel uitgereikt voor elektriciteit opgewekt door fotovoltaïsche zonnepanelen. Ook producenten die elektriciteit opwekken uit andere hernieuwbare energiebronnen kunnen bij de VREG certificaten krijgen voor de elektriciteit die ze in het Vlaams Gewest produceren.
– Windenergie: energie die via een windturbine wordt gewonnen uit wind
– Waterkracht: energie die wordt opgewekt uit water door gebruik te maken van ofwel het hoogteverschil, ofwel de stroomsnelheid van water
– Getijdenenergie: energie die wordt gewonnen door gebruik te maken van het verschil in waterhoogte tussen eb en vloed
– Golfslagenergie: energie die wordt gewonnen uit de snel wisselende waterhoogte op zee door de aanwezigheid van golven
– Geothermie: geothermische energie of aardwarmte, is energie die wordt gewonnen door gebruik te maken van het temperatuurverschil tussen aardoppervlakte en diep in de aarde gelegen warmtereservoirs
– Biogas: biogas ontstaat door vergisting van organisch materiaal, in biogasinstallaties wordt energie gewonnen uit dat gistingsproces
– Stortgas: een gasmengsel van methaan en koolstofdioxide dat vrijkomt wanneer organisch materiaal in een afvalstortplaats door bacteriën wordt omgezet, en gebruikt kan worden om elektriciteit te produceren
– Rioolwaterzuiveringsgas: bij de biologische zuivering van rioolwater komemn gassen vrij (bijvoorbeeld methaan) die kunnen worden opgevangen en gebruikt om energie op te wekken
– Biomassa: het biologische afbreekbare gedeelte van producten, afvalstoffen, en plantaardig en dierlijk restmateriaal van de lans- en bosbouw, en van industrieel en huishoudelijk afval
De groenestroomcertificaten kunnen verkocht worden aan leveranciers die nog aan hun certificatenverplichting moeten voldoen. Als de producent zelf ook leverancier is, kan hij ze gebruiken om aan zijn eigen certificatenverplichting te voldoen.
Elke elektriciteitsleverancier in Vlaanderen is verplicht om jaarlijks een aantal groenestroomcertificaten in te leveren bij de VREG en dit ten laatste op 31 maart. Die hoeveelheid certificaten komt overeen met een bepaald percentage van de totale hoeveelheid elektriciteit die hij in het jaar ervoor heeft geleverd aan zijn klanten. In het jaar waarin het systeem van kracht ging, was dat minimumaandeel 0,8 procent van de levering. Voor leveringen in 2010 is dat toegenomen tot 6 procent.
Als hij het juiste aantal groenestroomcertificaten ingediend wordt, voldoet een leverancier aan zijn certificatenverplichting. Als hij te weinig certificaten inlevert, moet hij per ontbrekend certificaat een administratieve boete van 125 euro betalen. Die administratieve boetes worden gestort in het Energiefonds, en dat fonds kan door de Vlaamse regering gebruikt worden voor de financiering van de openbaredienstverplichtingen, het sociale energiebeleid en het beleid inzake rationeel energiegebruik.
Niet alle groenestroomcertificaten zijn geldig om te voldoen aan de certificatenverplichting, want enkel groenestroomcertificaten die door de VREG werden toegekend worden aanvaard.
De groenestroomcertificaten die werden toegekend voor de productie van elektriciteit uit bepaalde afvalstoffen, met name afvalstoffen die op een hoogwaardigere manier kunnen gerecycleerd of verwerkt worden, worden niet aanvaard voor de certificatenverplichting. Ook die certificaten die toegekend worden voor elektriciteitsproductie uit houtbrandstoffen zijn niet aanvaardbaar als dat hout als industriële grondstof beschouwd kan worden. En ook groenestroomcertificaten die in het buitenland gebruikt worden, kunnen niet ingeleverd worden om te voldoen aan de certificatenverplichting in het Vlaams Gewest.
Leveranciers kunnen hun benodigd aantal groenestroomcertificaten bekomen door in het Vlaams Gewest zelf stroom op te wekken uit hernieuwbare energiebronnen en daarvoor ook groenestroomcertificaten aan te vragen bij de VREG of door certificaten te kopen van andere groenestroomproducenten. De boetewaarde van 125 euro per certificaat dat een leverancier te kort heeft, is bepalend voor het maximumbedrag dat een leverancier bereid is te betalen aan producenten die groenestroomcertificaten te koop aanbieden. De marktprijs wordt ook beïnvloed door het aantal certificaten dat op de markt beschikbaar is, ten opzichte van het totaal aantal certificaten die nodig zijn opdat alle leveranciers aan hun verplichting kunnen voldoen.
Als er een tekort is aan groenestroomcertificaten, zal de marktwaarde ervan aanleunen tegen de boete van 125 euro per ontbrekend certificaat, en als er een voldoende aanbod aan certificaten bestaat, zal de marktwaarde ervan dalen. Om het risico van zo’n waardedaling voor groenestroomproducenten te beperken, kunnen de certificaten toegekend voor installaties aangesloten op het distributienet ingeleverd worden aan een minimumwaarde bij de distributienetbeheerders. Die minimumwaarde telt vanaf 2010 90 euro per certificaat voor windenergie op land en biomassa, en wordt gedurende de eerste 10 jaar na ingebruikname van de installatie gegarandeerd. Daarover sloot de Vlaamse overheid een ‘Energiebeleidsovereenkomst ter ondersteuning van de groenestroomproductie’ met de distributiebeheerders. Groenestroomproducenten kunnen de minimumwaarde gedurende 10 jaar ook laten vastleggen in een type-contract met de distributienetbeheerder. De marktwaarde van de groenestroomcertificaten schommelt de laatste jaren tussen 107 en 113 euro.
dinsdag 9 november 2010
JR Ewing verkoopt zonnepanelen
JR Ewing uit de bekende tv-serie Dallas brengt zijn oude dag door als verkoper van zonnepanelen. Acteur Larry Hagman maakte een reclamespotje als reactie op het olielek in de Golf van Mexico.
maandag 8 november 2010
Kom meer te weten over je groene investering
Bij het zoeken naar goede informatie op het web ben ik eigelijk nergens iets tegengekomen wat mij kon verder helpen.
Daarom ben ik zelf op zoek gegaan naar handige informatie buiten het web. Door wat firma's te contacteren ben ik ook tot de conclusie gekomen dat je beter heel het land afzoekt naar een firma die zonnepanelen kan plaatsen. Hoe meer offertes, hoe meer duidelijkheid over wat de kost gaat zijn. En wat de voordelen van elk systeem mij zullen bieden.
Via youtube kwam ik wel op dit zeer leuk filmpje uit.
Hierin word stap voor stap uitgelegt wat en hoe een zonnepaneel nu juist werkt.
Hierbij heb ik enkel nog toe te voegen dat de enige echt handige informatie die ik heb gevonden op het web uit een Ebook komt van "John Swinkels".
In dit nieuwe ebook wordt van A tot Z omschreven hoe u te werk dient te gaan om een Véél voordeligere aankoop van een zonne-energiesysteem of zonnepanelen te doen.
In de handleiding wordt er van uit gegaan dat U als particulier inkoopt en daarmee op een regulier systeem duizenden euro's kunt gaan besparen!
Enkele mensen kochten hun zonne-energiesysteem of zonnepanelen al eerder in op deze wijze en hebben met succes duizenden euro's kunnen besparen op de eerder uitgebrachte offerte's
Deze handleiding is geschreven naar aanleiding van praktijkervaringen die o.a. de auteur van dit boek heeft.
Als je echt geinteresseerd bent in het kopen van zonnepanelen dan zal dit boek je zeker op goeie weg kunnen helpen!
De auteur schrijft over hoe je duizenden euro's kan besparen op een systeem dat je koopt als particulier.
Normaal gezien hou ik niet van reclame op mijn websites, maar ik heb deze man gecontacteerd of ik zijn publicatie mag promoten.
Want ik vond dat dit toch de moeite was om door te vertellen aan mede-geinteresseerden.
Hopelijk kan dit boek jou ook helpen!
Klik op de cover om verder te gaan naar de auteur zijn website!
Daarom ben ik zelf op zoek gegaan naar handige informatie buiten het web. Door wat firma's te contacteren ben ik ook tot de conclusie gekomen dat je beter heel het land afzoekt naar een firma die zonnepanelen kan plaatsen. Hoe meer offertes, hoe meer duidelijkheid over wat de kost gaat zijn. En wat de voordelen van elk systeem mij zullen bieden.
Via youtube kwam ik wel op dit zeer leuk filmpje uit.
Hierin word stap voor stap uitgelegt wat en hoe een zonnepaneel nu juist werkt.
Hierbij heb ik enkel nog toe te voegen dat de enige echt handige informatie die ik heb gevonden op het web uit een Ebook komt van "John Swinkels".
In dit nieuwe ebook wordt van A tot Z omschreven hoe u te werk dient te gaan om een Véél voordeligere aankoop van een zonne-energiesysteem of zonnepanelen te doen.
In de handleiding wordt er van uit gegaan dat U als particulier inkoopt en daarmee op een regulier systeem duizenden euro's kunt gaan besparen!
Enkele mensen kochten hun zonne-energiesysteem of zonnepanelen al eerder in op deze wijze en hebben met succes duizenden euro's kunnen besparen op de eerder uitgebrachte offerte's
Deze handleiding is geschreven naar aanleiding van praktijkervaringen die o.a. de auteur van dit boek heeft.
Als je echt geinteresseerd bent in het kopen van zonnepanelen dan zal dit boek je zeker op goeie weg kunnen helpen!
De auteur schrijft over hoe je duizenden euro's kan besparen op een systeem dat je koopt als particulier.
Normaal gezien hou ik niet van reclame op mijn websites, maar ik heb deze man gecontacteerd of ik zijn publicatie mag promoten.
Want ik vond dat dit toch de moeite was om door te vertellen aan mede-geinteresseerden.
Hopelijk kan dit boek jou ook helpen!
Klik op de cover om verder te gaan naar de auteur zijn website!
Ik weet zeker dat als je deze niet gelezen hebt je een hoop op tafel laat liggen. Probeer dus zoveel mogelijk te besparen.
John winkels legt het voor u uit.
John winkels legt het voor u uit.
Abonneren op:
Posts (Atom)